Interview met J.W. de Boer
Inverdan
En wat vindt u van Inverdan, het nieuwe stadscentrum van Zaandam?
Vreselijk. Ik kom er nooit. Het is kitsch. Het is wel mooi bedacht, maar het is allemaal plastic, ik vind het niks.
Ja, als het hout was, dan kostte het een vermogen aan onderhoud.
Maar ja, dat plastic verhardt ook hoor, ik denk niet dat dat het eeuwige leven heeft. Ik kom er bij voorkeur niet. Ik rij er wel eens doorheen als ik, somber gezegd (lacht) naar een crematie moet, dan kom ik er langs. Ik vind het niks en het is bovendien onbereikbaar ook. Als je nou naar het gemeentehuis toe moet, dan moet je wel parkeren bij Inntel, en dan ben je al zoveel euro kwijt. En hier op de Bannehof had je alle ruimte, en als het te klein was, dan zet je er toch een verdieping bovenop? Daar was het voor gebouwd, dat dat kon, maar dat doen ze niet. En dan bouwen ze daar, en dan wordt het zo hoog van de daken geschreeuwd dat het zo mooi is en zo interessant en zo bijzonder. Ja het is inderdaad bijzonder. Verder is het tegen alles in, want we moesten Zaanstad worden, en dan staat het stadhuis in het centrum daarvan en dan halen ze het weg naar Zaandam.
Ik ben een Koger, altijd geweest. Ik ben geboren op de Stationsstraat hier, waar het kantoor van Cacao De Zaan staat, en naderhand heb ik gewoond in het eerste huis naast het station. Dat was vroeger het stationskoffiehuis, met een grote tuin. En die tuin was van de Spoorwegen en die huurde mijn vader. Nou dat was schitterend! We woonden zo buiten… dit (wijst) was allemaal weiland hier, waar ik nou woon (Boschjesstraat, WdW). Ja, dat is allemaal geschiedenis… Ik heb ook nog in Haarlem gewoond, daar ben ik op school gegaan, naar de HTS, en toen was ik bij een tante in huis in Overveen. Een paar jaar en toen weer terug en toen was het net het begin van de oorlog, en toen moest je onder dienst en nou ja, ik heb werktuigbouw gedaan maar als ik dan zag wat die jongens deden met wie ik school had gehad, en die achter een tekenbord bij Werkspoor kwamen, daar had ik geen zin in. En mijn vader had die jutezakken zaak, en die had geen opvolger, die had mij vrij gelaten en toen ben ik toch bij hem gaan werken.

Personeel van de Zaanlandsche Zakkenhandel tijdens de oorlogsjaren bij pakhuis Asia, naast De Waakzaamheid in Koog aan de Zaan. Links met hoed Wim de Boer. (Foto archief fam. Verkade- de Boer
En dat heb ik 52 jaar gedaan, van mijn 20ste tot mijn 72ste. Ik ben na mijn 65ste wel minder gaan werken, maar ik deed het samen met mijn schoonzoon. Dan deed ik kas, bank, giro nog en dan pakte ik de telefoon aan als het zo uitkwam. Mijn schoonzoon is mij opgevolgd, maar nu bestaat de zaak niet meer, die is verkocht. En die zat dus daar bij De Waakzaamheid.